Gedragscode / omgangregels s.v. Hamarithi
1.Inleiding
De zorg voor een veilige omgeving bij sportvereniging s.v. Hamarithi is essentieel om een situatie te scheppen waarin alle leden vrijuit en ongestoord kunnen sporten. Sportbeoefening en sportbeleving behoren prettig te zijn. Het bestuur van s.v. Hamarithi heeft daarom deze gedragscode opgesteld om duidelijk te maken welke omgangsvormen men wenst te zien binnen de eigen vereniging, maar ook in omgang met andere clubs en verenigingen.
Een onderdeel van een veilige sportomgeving zijn maatregelen om seksuele intimidatie te voorkomen. Daarom hebben we voor Hamarithi specifieke gedragsregels en preventiemaatregelen opgesteld ten bate van alle leden en specifiek voor de bescherming van onze jeugdleden.
Het doel van deze gedragscode is om bruikbare regels te geven voor de gewenste omgang of gewenst gedrag voor alle betrokkenen binnen Hamarithi. Deze regels moeten bijdragen aan een gezonde sportomgeving en sportsfeer, een respectvolle onderlinge omgang met elkaar en het voorkomen van ongewenst gedrag.
Van al onze trainers en vrijwilligers, die in aanraking komen met kinderen of andere kwetsbare groepen. Vragen wij een Verklaring van goed gedrag (VOG). Bij nieuw aan te stellen trainers en vrijwilligers doen wij ook navraag bij sportverenigingen en/of organisaties waar men in het verleden heeft gewerkt.
2. Uitgangspunten
1. De oprechte wensen en de belangen van een lid hebben voorrang boven de wensen en belangen van de bestuursleden en/of trainers, mits niet in strijd met de statuten of huishoudelijk reglement.
2. Respectvolle onderlinge omgang wordt nagestreefd. Bestuursleden, (assistent)trainers, begeleiders en het vrijwilligerskader geven daarbij het goede voorbeeld.
3. Onder ongewenst gedrag verstaan we alle vormen van intimidatie, agressie en geweld, discriminatie of pesten.
4. Van ongewenst gedrag kan zowel sprake zijn bij direct contact als bij contact via communicatiemiddelen als telefoon, internet, e-mail, sociale media, etc.
5. Om te bepalen of er sprake is van ongewenst gedrag wordt niet uitgegaan van de bedoelingen van de veroorzaker, maar van de wijze waarop het gedrag overkomt bij de persoon die het ondergaat.
6. Mensen hebben het recht om zelf hun grenzen te stellen in de omgang met elkaar.
3. Gedragsregels
Algemene gedragsregels:
1. Respecteer de privacy van je clubleden in ruime zin.
2. Ga op een respectvolle manier met elkaar om.
3. Onthoud je van ongewenst gedrag zoals schelden, grof taalgebruik, irriteren, geweld, discriminatie, pesten, seksuele intimidatie en andere vormen van (verbale) agressie.
4. Ongewenst gedrag kan gemeld worden bij de vertrouwenspersoon.
5. Meld ongewenst gedrag ook als het onbedoeld door jezelf is veroorzaakt.
6. Bij wangedrag van jeugdleden worden direct de ouders geïnformeerd.
7.Gebruik de accommodatie en materialen zoals dat bedoeld is.
8. Heb respect voor de vertrouwelijkheid van informatie die je krijgt van de vereniging.
9. Draag de gedragscode ook uit naar o.a. toeschouwers, ouders, etc.
10. Ook buiten de sportzalen ben je een ambassadeur van de club. Zorg ervoor dat je de club op een sportieve en correcte wijze vertegenwoordigt.
Specifieke regels voor trainers en begeleiders:
1. Zorg voor een omgeving waarin de sporter zich fysiek en emotioneel veilig voelt.
2. Leer de leden dat spelregels afspraken zijn waar niemand zich aan mag onttrekken.
3. Je hebt een voorbeeldfunctie.
4. Bedenk dat leden voor hun plezier sporten en iets willen leren. Winnen is slechts een onderdeel van de sport, verliezen trouwens ook.
5. Schreeuw niet en maak de leden nooit belachelijk als zij fouten maken of een wedstrijd verliezen (zeker niet ten overstaan van derden).
6. Sporters hebben een trainer nodig die zij respecteren. Wees gul met lof wanneer het verdiend is.
Specifieke Gedragsregels (ter preventie van seksuele intimidatie):
1. Veilige omgeving. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.
2. Waardigheid. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast en verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.
3. Seksuele intimidatie. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
4. Seksueel misbruik . Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot achttien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
5. Aanraking. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
6. Intimiteiten. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.
7. Privéruimte. De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleed- of hotelkamer. Bij risicogevoelige situaties (bijvoorbeeld wassen/douchen, uitkleden en slapen gaan) zijn minstens twee leidinggevenden aanwezig. Indien er door omstandigheden maar een leidinggevende aanwezig kan zijn, dan moet ervoor gezorgd worden dat altijd meer dan 1 jongere aanwezig zal zijn.
8. Bescherming. De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
9. Tegenprestaties. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
10. Naleving. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.
11. Verantwoordelijkheid In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen
4.Vertouwenscontactpersoon (VCP)
De VCP is voor onze vereniging het eerste aanspreekpunt voor iedereen die te maken heeft met seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag zoals pesten, discriminatie, lichamelijk geweld of degelijke en hier met een onafhankelijk iemand over wil praten. De VCP is beschikbaar voor iedereen die opmerkingen of vragen heeft over grensoverschrijdend gedrag of die over een concreet incident een gesprek wil met iemand die bekend is binnen Hamarithi. De VCP is er voor leden, ouders van leden, toeschouwers, kaderleden, vrijwilligers etc.
De taken van de VCP zijn vooral procedureel adviserend en omvatten :
• Eerste opvang/aanspreekpunt
• Doorverwijzen
• Preventieactiviteiten
• Voor Hamarithi treedt Jeroen Veldhuizen als VCP, bereikbaar onder telefoonnummer 0418 – 552714